- Nederland gaat te snel van het gas af, vindt topman van TU Eindhoven Robert-Jan Smits.
- Volgens Smits kan de Nederlandse maakindustrie hierdoor in de problemen komen.
- Er zijn wel 6000 bedrijven die vragen om een aansluiting op het elektriciteitsnet, aldus Smits.
- Lees ook: Ook voedingsindustrie moet van het gas af, maar dat kan nog jaren duren
De overgang naar hernieuwbare energie in Nederland gaat volgens Robert-Jan Smits, de bestuursvoorzitter van de Technische Universiteit Eindhoven, te snel. “Ik vind dat we veel te snel van het gas afgaan. Daardoor komt met name onze maakindustrie in de problemen”, zegt hij in een interview met De Telegraaf.
Smits wijst er in de krant op dat er nu al 6000 bedrijven zijn die vragen om een aansluiting op het elektriciteitsnet. “Als ik dat aan een Franse collega vertel, denkt hij: ’Hoe is dat nou mogelijk? Jullie zijn toch geen Afrika?’ Daarnaast hebben veel mensen zonnepanelen op hun dak gelegd en die krijgen te horen dat ze moeten betalen als ze stroom afleveren. Als we zo doorgaan gaat dat gigantische problemen opleveren”, aldus Smits die het als een taak van de universiteit ziet om het debat hierover aan te zwengelen.
‘Duitse ziekte’ voor Nederland
De topman van de Eindhovense universiteit weet dat hij een boodschap verkondigt die niet iedereen graag hoort. “Maar door onze obsessie met de klimaatplannen gaan we dezelfde kant op als Duitsland. Dan krijgen we hier straks ook wat ik de ’Duitse ziekte’ van de industrialisering noem. Energie is hier veel duurder dan in de Verenigde Staten en China. Dat treft met name de maakindustrie maar ook de chemie.”
In de ogen van Smits zou Nederland een paar jaar langer de tijd moeten nemen voor de doelstellingen voor 2030. “Want pas dan hebben we dat elektriciteitsnet verzwaard. Daarnaast hebben we heel veel extra vaklieden nodig. Na 2030 kunnen we versnellen, want ik vind wel dat we moeten vasthouden aan onze doelstellingen voor 2050. We hebben alleen nog veel te doen om de basis op orde te krijgen.”